Bargoens
Gabber, pleite, gozer

Bargoens was vroeger de geheimtaal van dieven en landlopers. Het woord Bargoens komt van het Franse baragouin 'onbegrijpelijke taal', en dat komt van het voor Fransen onverstaanbare Bretonse bara gwin 'brood, wijn'. Onverstaanbaar is dus het sleutelwoord. Dat gaat voor Bargoens wel op: het zijn vaak woorden van Jiddische of Hebreeuwse afkomst.
Smeris komt van schmiere
Een paar voorbeelden:
- gabber – vriend; Jiddisch chawwer, van Hebreeuws habher
- gozer – jongen, man; Jiddisch, van Hebreeuws hatan 'schoonzoon'
- kapsones – uitingen van zelfingenomenheid; Jiddisch gawsones, van Hebreeuws ga’awthanuth 'hoogmoed'
- mazzel – geluk, voordeel (ook als afscheidsgroet); Jiddisch, van Hebreeuws mazzal 'geluk'
- penoze – onderwereld; Jiddisch parnose 'onderhoud, middel van bestaan', van Hebreeuws parnasah 'broodwinning'
- pleite – ervandoor; Jiddisch 'failliet', van Hebreeuws pəleta 'redding'
- smeris – politie(agent); van Jiddisch schmiere 'wachter, uitkijk' in schmiere stehen 'op de uitkijk staan', van Hebreeuws šəmira 'toezicht, wacht'
- tof – goed, cool, leuk; van Jiddisch tof, Hebreeuws tobh
Het begrip Bargoens wordt intussen veel ruimer gebruikt, want nu vallen bijna alle woorden eronder die als schuttingtaal, geheimtaal, beledigend of plat worden ervaren.
Hier vind je onder meer verwijzingen naar woordenlijsten Bargoens.